Dat bij de Europese verkiezingen privacy een hot item is, is al een tijdje duidelijk. Want krijgen tech-giganten als Google en Facebook meer speelruimte in Europa? Of wordt het grootschalig tracken en verzamelen van gegevens door bedrijven aan banden gelegd? Blijft het vrije internet overeind en komt er een nieuwe bewaarplicht? Bij de Europese verkiezingen op 23 mei kan de kiezer een antwoord geven op die vragen.
Europese verkiezingen: privacy op internet hot topic
De droom van een betere digitale wereld is een nachtmerrie geworden: een nieuw economisch systeem eigent zich met ongekende snelheid eenzijdig onze privacy, onze kennis en onze ervaringen toe. Dat schrijft Shoshana Zuboff, professor aan Harvard University, in haar in februari verschenen boek The Age of Surveillance Capitalism.
Silicon Valley beloofde ons apps en social media die ons zou verbinden, informatie toegesneden op onze behoeften, en apparaten die ons leven makkelijker en leuker zouden maken. In plaats daarvan kregen we een monopolie van een paar Amerikaanse tech-giganten die alles over ons weten, ons overal volgen en rijk worden met hun kennis over ons. Google haalt negentig procent van zijn inkomsten uit advertenties. De gemiddelde website bevat trackers van negen partijen.
Via het mac-adres van onze telefoons houden adverteerders ons ook offline in de gaten. De smart-tv’s van Samsung bleken ieder gesprek in je woonkamer af te luisteren, en met Alexa en Google Home halen meer en meer mensen bewust een apparaat in huis dat voortdurend audio doorstuurt voor analyse. Van Nest-thermostaten tot Fitbits, ze verzamelen allemaal data die dan wel over ons gaat, maar niet van ons is. Steeds vaker bepaalt technologie ook ons gedrag in de echte wereld: zo kunnen bedrijven betalen om Pokemon Go-spelers naar hun locatie te laten komen.
Online verdienmodellen
Zuboffs beeld van een ‘bespiedeconomie’ klopt, zegt Evelyn Austin, coördinator van de Europese activiteiten van de digitale burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom. “Het ecosysteem waarin we online leven en communiceren, wordt gedomineerd door multinationals die hun posities in stand houden. We moeten daarover niet te pessimistisch zijn, maar wel kijken naar de kern van het systeem en die aanpakken. De grote tech-bedrijven – Google, Facebook, Microsoft, Amazon – zijn veel te groot. Hun informatiepositie moet worden aangepakt en bepaalde verdienmodellen moeten onmogelijk gemaakt worden.”
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel?
Neem dan contact met ons op.