Hof: commercieel belang kan een gerechtvaardigd belang onder de AVG zijn

Deze uitspraak volgt naar aanleiding van een prejudiciële vraag in een zaak waarbij de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) persoonsgegevens van haar leden had doorgegeven aan sponsoren, in ruil voor een vergoeding. De vraag was of dit gebruik van gegevens voor commerciële doeleinden gerechtvaardigd kon worden onder artikel 6, lid 1, punt f van de AVG. Het Hof geeft aan:

In dit verband heeft het Hof niet uitgesloten dat een commercieel belang van de verwerkingsverantwoordelijke, bestaande uit de promotie en verkoop van advertentieruimte voor marketingdoeleinden, kan worden aangemerkt als een gerechtvaardigd belang. 

Cruciaal is echter dat er altijd een afweging plaatsvindt tussen de belangen van de verwerkingsverantwoordelijke en de rechten van de betrokkenen, zoals hun recht op privacy. In dit specifieke geval wees het Hof erop dat het economische voordeel dat de KNLTB behaalde door het delen van gegevens niet automatisch prevaleert boven de rechten van de betrokkenen. Om gebruik te mogen maken van de grondslag moet namelijk aan drie cumulatieve voorwaarden worden voldaan:

1. Er moet een gerechtvaardigd belang zijn, dit kan dus een commercieel belang zijn aldus het Hof;
2. De verwerking van persoonsgegevens moet noodzakelijk zijn voor dat belang. Het beoogde doel moet niet met minder gegevens of op een minder ingrijpende manier bereikt kunnen worden;
3. De fundamentele vrijheden en de grondrechten van betrokken personen mogen niet zwaarder wegen dan het (commerciële) belang van de organisatie. Als de betrokkenen de verwerking niet verwachten, zegt het Hof, dan zullen die rechten nog zwaarder wegen.

De afweging of aan de drie voorwaarden voldaan is, moet een rechter uiteindelijk maken.

Lees de volledige uitspraak hier: CURIA – Documents (europa.eu)

De uitspraak staat haaks op de interpretatie van onze toezichthouder de Autoriteit Persoonsgegevens, die vindt dat een zuiver commercieel belang nooit een gerechtvaardigd belang kan zijn. En werd voor deze afslag al eerder op de vingers getikt door de rechter, door de Raad van State en ook de Europese Commissie. Ook speelde het een rol in een recent besluit van de voorzieningenrechter over publicatie van een boete aan een databedrijf. Nu het hoogste gerechtelijke orgaan van de Europese Unie deze interpretatie te kort door de bocht vindt, zal de AP ook de andere voorwaarden mee moeten wegen in toekomstige boetes.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact met ons op.