Adverteerders besteden hun telemarketingactiviteiten vaak uit, of schakelen intermediaire dienstverleners in om hun producten en diensten te verkopen. Deze partijen zijn vaak ook verantwoordelijk voor het inrichten van de uitbelnummers. In zowel de Code als in de Telecomwet is geen duur opgenomen waarin het gehanteerde uitbelnummer beschikbaar moet zijn. Iedere organisatie kan dit dus naar eigen inzicht bepalen. Een organisatie zou er dus voor kunnen kiezen om per campagne wekelijks met een nieuw uitbelnummer te gaan werken. Er is de afgelopen periode een wildgroei aan uitbelnummers ontstaan. Dit veelal vanuit de gedachte dat hoe vaker men switcht van nummer, hoe groter de kans is dat je die consument wél bereikt. Om te zorgen dat die uitbelnummers ook als ze niet meer worden ingezet, nog even voor de consument die terugbelt, beschikbaar blijven moet je hier een controle op inrichten. Daarnaast heb je als adverteerder ook de verantwoordelijkheid om na te gaan of intermediaire verkopers niet te veel en te vaak met een nummer rouleert. Dat zou namelijk kunnen duiden op misstanden bij de verkoop. Waarbij er van nummer gewisseld wordt als er teveel klachten over online staan.
