Ga naar de inhoud
4 juni 2018 • Nieuws

Na de AVG moeten organisaties zich nu gaan verdiepen in de ePrivacy-verordening

Een groot aantal Europese
brancheorganisaties uit in een gezamenlijke brief aan de Europese Raad haar
zorgen over de aankomende ePrivacy Regulation (ePR), de verordening die in
Nederland de huidige Telecommunicatiewet moet vervangen. Zij waarschuwen voor een
negatieve impact op economische groei en digitale innovatie.

import12-connected_website20kopie

De brief wordt volgens de
initiatiefnemers breed ondersteund. Behalve door Nederland ICT en DINL is de
brief onder meer ondertekend door de Europese koepel van
werkgeversorganisaties. De EU-lidstaten bespreken op 8 juni in Luxemburg tijdens
een Telecomraad de ePrivacy richtlijn. Deze richtlijn, straks een verordening,
is belangrijk voor de internetsector omdat hij overeenkomsten heeft met de AVG.
Op 8 juni zullen de standpunten ten aanzien van de geplande hervormingen worden
gefinaliseerd. Deze standpunten werden voor het eerst in januari vorig jaar
gepubliceerd.

Scope
ePrivacy steeds breder

De ePrivacy Verordening (voorheen
richtlijn) komt in Nederland in de plaats van de Telecommunicatiewet, die onder
meer e-mail, telemarketing en cookies reguleert. De verordening heeft relaties
met, maar zal fungeren naast de in mei 2018 van kracht geworden privacywet AVG.
De ePrivacy Regulation is oorspronkelijk bedoeld om de vertrouwelijkheid van
digitale communicatie te beschermen. De afgelopen jaren is de scope van de
verordening echter steeds breder geworden. 

Bovendien botst volgens de
ondertekenaars van de brief de ePR met de 25 mei van kracht geworden Avg/GDPR,
de andere Europese verordening voor de bescherming van persoonsgegevens. De
juridische gronden voor het verwerken van data en het vragen van toestemming
verschillen in beide verordeningen, aldus de coalitie.

‘Alle
sectoren geraakt door ePR’

De coalitie waarschuwt verder
voor de potentiële reikwijdte van de nieuwe regels. ‘Door de brede definitie
van digitale communicatie raakt de ePR waarschijnlijk alle sectoren van de
digitale economie: van digitale media tot autonome voertuigen en van medische
apparatuur tot smart industry. In het beste geval leidt de verordening in al
deze sectoren tot extra regeldruk, maar in het ergste geval kunnen producten en
diensten niet meer worden aangeboden. Dat zet een flinke rem op innovatie en de
ontwikkeling van de digitale economie.’

De brief stelt dat vertrouwelijke
digitale communicatie beschermd moet worden. Daarom bevat de brief een oproep
aan de EU-lidstaten op 8 juni tot een zorgvuldige behandeling van het huidige
voorstel en geen overhaaste besluitvorming. ‘De ePR moet zo veel mogelijk
verder bouwen op de stevige basis voor gegevensbescherming die er met de Avg is
gelegd.’

Oproep
tot halt aan verordening

Diverse brancheorganisaties van
(Europese) operators – de GSMA, ETNO en Cable Europe –  riepen eind mei al
op tot een halt op de geplande hervorming van
de ePrivacy-richtlijn naar een verordening. Zij willen eerst dat deze meer in
lijn komt met de AVG.

Branchevereniging DDMA vroeg
staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in
februari een onafhankelijk onderzoek in te
stellen
 naar de economische impact van de ePrivacy-verordening
op de Nederlandse markt. De brancheclub voor advertentiebureaus verwacht dat de
vervanger van de Telecommunicatiewet negatieve gevolgen heeft voor de opties
van reclamebedrijven om consumentengedrag met cookies te volgen.

Bron: Telecompaper


Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel?

Neem dan contact met ons op.