De Europese betaalrichtlijn PSD2 is van kracht. Het doel van de richtlijn is het gebruiksgemak van financiële diensten te verbeteren, de concurrentie in de bankenwereld te vergroten en innovatie te stimuleren. De EU denkt dat de burger daar baat bij heeft. Maar is dat wel zo? Welke privacygevaren zijn verbonden aan PSD2?
Privacy in het gedrang door PSD2?

Payment Service Directive 2 moet het voor Europese burgers makkelijker maken om online te betalen en om gebruik te maken van allerlei innovatieve diensten van fintechs, die – mits ze een vergunning hebben van De Nederlandsche Bank (DNB) – jou kunnen vragen om toegang te krijgen tot jouw rekeninginformatie. De regelgeving komt uit de koker van het Brusselse Directoraat Generaal Mededinging. Na de bankencrisis ontstonden er anti-bank sentimenten. De fintech-industrie kwam langzaam van de grond omdat banken financiële gegevens zo goed afschermen. Om innovatie te stimuleren, moesten fintechs een duwtje in de rug krijgen. Bescherming van persoonsgegevens was destijds niet bepaald een prioriteit van Brussel.
De gedachte achter PSD2 is: meer concurrentie betekent meer keuzevrijheid voor de consument. Die gedachte is echter achterhaald, omdat datamarkten heel anders zijn dan gewone markten. In datamarkten geldt: wie de meeste data heeft, verwerft de hele markt. Er zal dus eerder minder concurrentie ontstaan. Kijk maar naar Alphabeth (het moederbedrijf van Google) en Facebook, of naar Tencent in China of naar Amazon in Amerika.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel?
Neem dan contact met ons op.