Het prijsplafond is vanaf januari 2023 een feit. Gelukkig worden we gecompenseerd in de stijgende energiekosten, maar het is gecompliceerd. Voor een energieaanbod gebaseerd op de individuele situatie van de consument moet je bijna wiskundige zijn. Je moet niet alleen uitgaan van het individuele verbruik van de consument, maar hier ook het verbruiksplafond op toepassen dat niet lineair over het jaar verdeeld is, maar maandelijks is vastgesteld. Vervolgens is het moment van de jaarrekening ook bepalend voor hoe effectief een consument gebruik kan maken van het prijsplafond. Een begrijpelijk Aanbod op Maat voor energiewerving wordt zo bijna onmogelijk. Hoe kan men hier straks nog invulling aan geven?
Prijsplafond maakt energie Aanbod op Maat bijna onmogelijk

Het prijsplafond en verbruiksplafond
Het prijsplafond voor 2023 is definitief akkoord en uitgewerkt. Het houdt in dat verbruikers een maximum tarief gaan betalen voor een gemiddeld verbruik van stroom en gas. Dat gemiddeld verbruik is vastgesteld op een jaargebruik van 1200 m3 gas en 2900 kWh stroom, met tarieven van respectievelijk €1,45 per m3 en €0,40 per kWh. Kom je boven dit zogenaamde verbruiksplafond dan betaal je de dan geldende variabele tarieven of vaste tarieven in geval van een overeenkomst met vaste looptijd. Vergelijk het met bellen binnen en buiten je bundel. Het prijsplafond geldt een kalenderjaar, maar dat is misschien niet de looptijd van de energieovereenkomst. Als dat niet zo is kan dat nadelige gevolgen hebben voor de consument, we lichten dit hieronder toe.
Gevolg 1: geen ‘belminuten’ meenemen ná jaarrekening
Het gemiddeld verbruik (verbruiksplafond) van stroom en gas is niet per jaar, maar per maand vastgesteld. Dat is ook wel logisch want we verbruiken in de winter nu eenmaal veel meer. Voor elke maand geldt een ander verbruiksplafond. Je kunt het onbenutte verbruiksplafond over een maand – de ‘belminuten’ die je over hebt in een maand – wel meenemen naar de volgende maand, maar je kunt ze niet doorschuiven naar de periode na de jaarafrekening. Dat zal voor sommigen negatief kunnen uitpakken. Stel dat je de jaarafrekening op 31 maart krijgt. En je hebt in januari en februari ‘belminuten’ over, dan moet je die dus vóór 31 maart gebruiken. Binnen de periode van 1 januari tot de jaarafrekening kan je je tegoed (onbenut verbruiksplafond) wel meenemen.
Gevolg 2: saldering zonnepanelen niet optimaal benut
De overheid subsidieert nog tot 2025 mensen met zonnepanelen, zij kunnen salderen. Dit houdt in dat zij de energie die zij in de zomer extra opwekken in de winter in mindering kunnen brengen op hun rekening. Dan kom je dus meestal niet aan het prijsplafond. Maar dat is maar de vraag. Saldering vindt plaats per contractjaar en het prijsplafond geldt een kalenderjaar. In de winter wek je geen extra energie op. En de extra energie die ik in de zomer van 2022 heb opgewekt mag ik niet van mijn verbruik afhalen voor het prijsplafond, volgens de huidige regels. Dus stel:
- ik verbruik in mijn contractjaar (april 2022 tot april 2023) 2400 kWh aan energie
- en heb zomer 2022 1200 kWh opgewekt
- dan hoef ik maar 1200 kWh te betalen.
Maar die 1200 kWh gaat niet van mijn verbruik af bij het vaststellen van het prijsplafond. Daar kijkt men namelijk niet terug naar 2022. Maar wat je in zomer 2023 teveel opwekt, wordt pas gesaldeerd in 2024 en dan is het kalenderjaar van 2023 alweer voorbij en zo ook het prijsplafond.
Aanbod op maat
In energieverkoop moet de consument een Aanbod op Maat krijgen. Dat betekent een aanbod gebaseerd op zijn of haar individueel verbruik. Dat vraagt een verkoper op bij de consument of hij maakt een schatting. Naar aanleiding daarvan krijgt de consument een aanbod dat toegespitst is op zijn verbruik en dus weet hij wat hij per jaar zal moeten gaan betalen. Maar als hij nu wil weten wat hij moet betalen dan moet je daar het prijsplafond in verwerken en wellicht het moment van de jaarrekening, bijvoorbeeld als iemand zonnepanelen heeft. Dat wordt een ingewikkelde berekening. Waarvan je je kunt afvragen of je dit in een online verkoopstraat of aan de telefoon goed en begrijpelijk kunt uitleggen.
Aanbod op Maat in een offerte
Een consument (kleinverbruiker) wil graag weten waar hij aan toe is. En een leverancier dient zich in te spannen om zo goed mogelijk te infomeren. De berekening van het Aanbod op Maat mét prijsplafond is dusdanig complex dat deze wellicht zou moeten worden overgelaten aan de leverancier in de offerte, volgend op het verkoopgesprek. Dat kan online via een rekenmodule, aangeboden door de leverancier of door het per email toesturen van het resultaat van de berekening. En telefonisch geldt voor energie al het zogenaamde schriftelijkheidsvereiste. Dit betekent dat de aanbiedingen die via de telefoon tot stand zijn gekomen eerst schriftelijk moeten worden bevestigd. In een verkoopgesprek aan de deur of telefoon zal de verkoper dan nog altijd het aanbod moeten baseren op de individuele verbruiksgegevens van de consument, maar ook globaal moeten informeren over de effecten van het prijsplafond op de te verwachten jaarkosten. Bijvoorbeeld of de consument met zijn jaarverbruik hierboven of onder valt en de dan geldende tarieven en hoelang die geldig zijn. Verkopers moeten wel weten:
- wat het prijsplafond inhoudt
- wat de geldende tarieven zijn
- wat de maandelijkse verbruiksplafonds zijn
- wat dit waarschijnlijk voor invloed heeft, gezien het verbruik van de consument
- de mogelijke invloed van het moment van de jaarrekening
De volledige informatie over de verrekening van de maandelijkse prijsplafonds en een aanbod op maat wordt daarna met de offerte door de leverancier toegezonden. Weetwatjezegt, het e-learning platform van de DMCC Group, zal de compliance trainingen voor energieverkopers en service medewerkers aanpassen op deze informatie.
Mocht u nog vragen hebben naar aanleiding van deze nieuwsbrief, neem dan gerust contact met ons op.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel?
Neem dan contact met ons op.